De roman ‘Het raadsel van de liefde’ van Marianne Frederiksson is voor mij als relatietherapeut om van te smullen. Het gaat natuurlijk over een liefdesrelatie. Jan, een neurowetenschapper, is ervan overtuigd dat het de genen zijn die het wezen van een mens bepalen. Feiten tellen. Zijn lief Angelika gelooft juist dat dromen, gedachten en gevoelens het kompas vormen waardoor we ons in ons leven moeten laten leiden.
In het begin van hun relatie vertellen ze elkaar vanuit die overtuigingen over hun kindertijd. Daarin begrijpen ze elkaar regelmatig niet en voelen zich niet gehoord. Het begin van de relatie loopt vanuit het verlangen om gezien te worden onstuimig, maar dus ook stroef. Tot Jan op een avond in een kleine familiekring iets van zijn werk toelicht. En dan komt er vanuit zijn kennis van zijn vakgebied een opening waarin ze elkaar gaan verstaan. Ik word geraakt door wat hij daar verteld.
Hij spreekt zich uit dat ‘het psychologisch onderzoek op veel gebieden altijd ver op ons genetici vooruitloopt als het om kennis van de mens gaat. Al in de jaren vijftig werd er een Engels onderzoek gepubliceerd dat een verontrustend hoog sterftecijfer onder zuigelingen in de kindertehuizen liet zien. De kinderen werden goed verzorgd en kregen uitgebalanceerde voeding, maar toch overleden er vele. De kinderen die in leven bleven, waren kinderen aan wie een van de zusters zich had gehecht.
Een aantal kinderpsychologen ging door met het bestuderen van jonge kinderen en hun ontwikkeling. Ze introduceerden de uitdrukking ‘good mothering’, trokken de wereld in met de nieuwe kennis en veranderden de westerse kijk op de emotionele ontwikkeling van baby’s met succes. De jonge zuigeling moest de glimlach van de ouders zien, zoveel mogelijk in de armen gehouden worden, er moest mee gespeeld en geknuffeld worden. Als het kindje brabbelde moest het antwoord krijgen in woorden of tonen.’
Inmiddels noemen we dat de ‘hechtingstheorie’ waarbij de rol van de moeder en ook vader in die begintijd zo belangrijk is.
‘Toen kwamen de natuurwetenschappers met hun onderzoek naar de ontwikkeling van het zenuwstelsel en hun onderzoek bevestigde deze conclusies van de psychologie.
Het zenuwstelsel en de hersenen bevatten miljarden en miljarden cellen. Tussen deze cellen bestaan evenzoveel miljarden verbindingen. Als we in het hoofdje van een pasgeboren baby zouden kunnen kijken, zouden we een ondoordringbaar woud aan ‘draden’ aantreffen. Miljarden verbindingsdraden zoeken contact met cellen. Het interessante is dat een zuigeling het dubbele aantal verbindingsdraden heeft van een volwassene.
De meeste verbindingsdraden verdwijnen namelijk als het kind opgroeit. Het is dus niet zo dat het aantal toeneemt bij het groeien van kennis. Wat genetici nu met zekerheid weten, bevestigt het psychologisch onderzoek.
De verbindingsdraden die in de hersenen van het kind behouden blijven, zijn namelijk die verbindingen die door de omgeving worden bevestigd. Door de moeder die knuffelt en lacht, door de vader die met gebrabbel reageert als het kind brabbelt, en zo tot in het oneindige voort.
De andere verbindingsdraden worden gesnoeid, dat proces wordt ‘het snoeien van de synapsen’ genoemd. De psychologische wetenschap is van bepalend belang geweest. De samenwerking tussen deze twee takken van wetenschap heeft absoluut zijn meerwaarde laten zien.’
Wat Jan als neurowetenschapper hier toelicht, zie ik continue terug bij stellen in mijn praktijk Het Familiehuis. Wat ze van huis uit hebben meegekregen aan bevestiging of juist niet laat zich zien in de liefdesrelatie. Hoe ze zich kunnen openen of niet op het kwetsbare stuk in zichzelf. Als je moeder er in je kindertijd voor je was en je bevestigde met haar lach en positief op je reageerde, heb je meer mogelijkheden om je te verbinden in je volwassen leven en kan je makkelijker je hart openen voor je partner.
Om in de taal van de neurowetenschap te spreken: er zijn meer draden aangelegd waarop je verbinding kan maken naar elkaar.
Wat we inmiddels ook weten vanuit de EFT relatietherapiemethode dat je op latere leeftijd die draden kan versterken om je veilig te voelen bij elkaar. Daar leent de liefdesrelatie zich bij uitstek voor. Het helpt wel als je daar zelf meer bewustzijn op ontwikkelt. Dat je actief oefent om je hart te openen en ervaringen opdoet die seintjes in je hersenen afgeven dat het veilig is om de ander op die emotionele laag te ontmoeten. Je te durven ‘hechten’.
In de relatietherapie bij Het Familiehuis staan we daar in allerlei oefeningen én psycho-educatie over hechting en de werking van ons stress-systeem bij stil. Kennis & ervaring gaat daarin hand in hand. Het één kan niet zonder het ander.
Wil jij de verbindingsdraden in jouw brein versterken en jezelf in al je kwetsbaarheid laten zien en je partner weer werkelijk ontmoeten? Je bent van harte welkom bij Het Familiehuis in Amsterdam.
Mijn favoriete zangeres over de liefde, Wende Snijders, laat in een lied samen met Typhoon, het Nederlands kamerkoor en ‘ZO! Gospel Choir’ weten waar het verlangen zit om gezien te worden door de ander, je verbonden te voelen. ‘Ne me quitte pas’ van Jacques Brel, maar dan in het Nederlands. Luister en kijk het hier:
‘Laat me niet alleen
Ik bedenk voor jou
Woorden rood en blauw
Taal voor jou alleen
En met warme mond
Zeggen wij elkaar
Eens was er een paar
Dat zichzelf weer vond
Want uit een vulkaan
Die was uitgeblust
Breekt zich na wat rust
Toch het vuur weer baan
En op oude grond
Ziet men vaak het graan
Heel wat hoger staan
Dan op verse grond
Het wit mint het zwart
Zwakheid mint de kracht
Daglicht mint de nacht
Mijn hart mint jouw hart
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen’

Ambassadeur Liefdevolle Relatie
Het Familiehuis
P.S. EFT relatietherapiemethode staat voor Emotionally Focussed Therapy, ontwikkeld door de Canadese Sue Johnson, bekend van het boek ‘Houd me Vast’. EFT is een effectieve vorm van relatietherapie, gericht op emoties en de communicatie tussen jou en je partner. Tijdens de therapie werken jullie samen aan onderling vertrouwen, veiligheid en verdieping: de basis van iedere relatie.
P.P.S. Op de foto een kunstwerk van Antony Gormley in museum Voorlinden.