Het geitenpaadje
Ze zijn al hun hele volwassen leven bij elkaar. Er is voldoende ‘wij’-fundament. Samen een gezin gesticht, verschillende banen gehad. Allebei nu gearriveerd in werk met betekenis. De kinderen al lang en breed de deur uit. Ze zijn op zich attent naar elkaar, er is geen sprake van ruzie of onenigheid. Je voelt hem al aankomen. Ergens onderweg zijn ze elkaar kwijt geraakt. Ieder heeft zo zijn eigen ritme ontwikkelt in werk, in vriendschappen, in hobby’s en eigen sporten. Voor de kinderen zijn ze een veilige thuishaven. Maar zij zijn meer bewoners geworden van hetzelfde huis, dan dat ze partners zijn. Dat willen ze anders. Maar wat ze anders willen, weten ze niet zo goed en al helemaal niet hoe. Het is aardig onbekend terrein.
Droste-effect
Het is dan ook niet verwonderlijk als Arjan en Denise in de vierde sessie binnen komen dat het stilvalt op mijn vraag ‘wat willen jullie doen’? Arjan laat na wat gepeins uiteindelijk weten dat hij hoopt dat ik hun meeneem en weet wat we vandaag gaan doen. ‘Daarvoor komen we bij jou’. Denise knikt instemmend. Ze leggen graag de bal bij de ander en nu dus bij mij. Ze laten hun patroon van thuis, ook hier bij mij in de praktijk zien. Ze zijn in ieder geval consequent. ‘Ah, een prachtig voorbeeld van het Droste-effect’ roep ik en pak zo’n oud cacaoblik van vroeger erbij. Ja, die heb ik in mijn praktijk staan en kan ik vaak als metafoor gebruiken van wat stellen laten zien in hun dynamiek. Op zo’n cacaoblik is een verpleegster afgebeeld die een dienblad draagt met daarop hetzelfde blik cacao, waarop dan weer dezelfde verpleegster staat etc. etc. Arjan en Denise snappen meteen waarop ik doel. Ze bewandelen de route die ze al zo lang met elkaar lopen. Wie neemt nog het risico om zich te laten zien, zich uit te spreken als partner, voorbij die ingesleten patronen van de bewoners van hetzelfde huis?
Wie trapt af?
Ik leg de bal vervolgens op de stip en vraag of ze aan elkaar willen vertellen hoe de afgelopen week is gegaan. En of ze kunnen benoemen waar ze in de stilte naar elkaar zijn terechtgekomen en ze hun ingesleten geitenpaadje herkennen. Wie trapt af?
Denise begint meteen te vertellen. ‘Van de week voelde ik me zo alleen. Ik hoopte dat je zou vragen hoe de lancering van mijn project was gegaan, maar dat deed je niet. Je stuurde wel een appje over de loodgieter, maar vroeg niet hoe het met mij was, terwijl ik de hele ochtend die presentatie bij de board had’. Arjan kijkt haar met grote ogen aan, pakt zijn koffie en kijkt dan naar buiten over het water. Denise valt stil als ze zijn ogen ziet wegschieten. ‘Dit dus, dit voelt zo alleen, zelfs nu ik erover begin luister je niet’. Ze schetst hun bekende geitenpaadje: zij hoopt zo dat hij haar vanzelf ziet, hij weet zich geen raad hoe hij aan haar verlangens kan voldoen. Zij legt de verantwoordelijkheid hoe zij zich voelt volledig bij hem neer. ‘Omdat jij mij niet ziet, voel ik me zo rot en alleen in de relatie’. En hij antwoordt daar meestal op met: ‘wat ik ook doe, het is nooit goed, heb ik aan de loodgieter gedacht, had ik jou moeten vragen hoe het gegaan is’. En daarmee wijzen ze beiden naar de ander. Het gedrag van elkaar is de trigger voor het vervelende rotgevoel en ze vallen allebei stil en de verwijdering is groot.
Van trigger naar zelfonderzoek
Dan vraag ik Denise om haar behoefte om door haar man gezien te worden te onderzoeken. Waar ken je dat zo uit je geschiedenis? Waar werd jij niet gezien?
Na wat aftasten geeft ze aan dat ze als jongste in het gezin van 7 kinderen eigenlijk helemaal niet gezien is door haar moeder en zeker niet door haar vader. Haar moeder was verdwenen in het verdriet van het verlies van het kindje dat na haar dood geboren werd. En pa? Die was er gewoon niet, werkte, kwam moe thuis en in de weekenden stond hij op het voetbalveld met haar broers. Denise was de eerste in het gezin die ging studeren, daar is nooit iets over gezegd, maar ze fietste altijd in haar eentje naar de school aan de andere kant van de stad. Ze voelde zich vaak een buitenstaander.
Hoe vanuit die plek van de jongste en ook de slimste, met deze vader en moeder, de aandacht vragen? Dat had ze nooit geleerd.
Je eigen kleine meisje insluiten
Ook hier geld zo: verlangen wordt uit gemis geboren. Het kleine meisje van toen zit in de liefdesrelatie aan het stuur en verwacht dat Arjan dat grote gemis zou kunnen vullen.
De klus voor Denise is om zelf uit te reiken naar Arjan, transparant en eerlijk om de aandacht te vragen, zonder de verborgen agenda dat Arjan het toch vanzelf moet ruiken. De hoop van het kleine meisje dat mama of papa haar ziet staan. Denise kan zichzelf insluiten in de relatie, in plaats van dat ze wacht dat Arjan haar insluit. Als Denise zo op zelfonderzoek is, ontslaat ze in feite Arjan van enige verantwoordelijkheid voor hoe alleen zij zich voelt in de relatie.
Bij Arjan komt er meteen ontspanning in zijn lijf. Hij luistert aandachtig en zegt op het laatst: ‘kom eens hier meissie, je bent een kanjer dat je dit allemaal zo over jezelf vertelt’. Doordat Denise zo kwetsbaar vertelt over haar geschiedenis is hij er met zijn volle aandacht bij. Wat een groot kado.
In de loop van de week krijg ik een appje van Denise. Dat ze al twee keer gevraagd heeft of hij even wilde gaan zitten, omdat ze iets belangrijks met hem wil delen. ‘Ik ben mezelf telkens aan het insluiten, we hebben bijzondere gesprekken, het lijkt alsof we elkaar opnieuw ontdekken’ appt ze.
En als ik dat lees, glunder ik van oor tot oor.
Wil jij ook het oude geitenpaadje loslaten en een nieuwe route bewandelen? Jezelf leren insluiten in de relatie? Je eigen verlangen leren verwoorden en in te brengen? Weet je welkom met je vragen en stuur een mail naar [email protected]. Dan onderzoeken we samen hoe jullie die reis met elkaar aan kunnen gaan.
Hartelijke groet,