Aan het begin van de relatietherapie laat ik stellen de stoelen naar elkaar toe draaien en stel dan de vraag wat ze verwachten hier met elkaar te onderzoeken of uit te zoeken. Of ze dat aan elkaar willen vertellen.
Wie wil beginnen?
En daar wordt meteen hun dynamiek zichtbaar. De een zegt ‘begin jij maar’, de ander steekt meteen van wal. Je ziet die dynamiek ook terug in de lichaamstaal. Voorover, ogen gericht op de ander, of achterin de stoel, armen over elkaar, het laat zich allemaal al zien voordat er een woord gezegd is. Gaat het altijd zo bij jullie? Dat hij altijd begint, of zij altijd in de achteruit gaat? En zo ontstaan er al in het begin boeiende gesprekken over hun communicatie. Vaak met veel aannames over en weer.
Die verwachtingenvraag helpt hen nogmaals onder woorden te brengen waar ze nu staan en waar ze met elkaar naar toe willen bewegen. Het zijn uitspraken van gemis, zich alleen voelen, de ruzies niet meer willen, de intimiteit zo missen, het niet meer luisteren naar elkaar, onder hetzelfde dak wonen, maar langs elkaar heen leven. Ze schetsen een pijnlijk beeld van gemis aan verbinding.
Op mijn vraag wat je dan wél zou willen in de relatie, wordt het verlangen verwoord. De zin ‘verlangen wordt uit gemis geboren’ gaat hierbij zeker op. Het uitspreken wat ze willen met elkaar, de intentie om het te onderzoeken is een belangrijk moment. Het geeft je geen garantie op de uitkomst. Wat je wel naar elkaar doet is aangeven dat je jezelf en je partner, dat je ‘ons’ de moeite waard vindt om het mee uit te zoeken. Dat je wilt investeren in de ‘wij, in onze relatie’. Dat is het commitment naar elkaar.
De U-bocht
Vanuit mijn oude beroep als trainer en organisatieadviseur teken ik op zo’n moment een ontwikkelingsmodel, zodat het stel beter begrijpt wat er gebeurt als je zo’n proces met elkaar aangaat, wat de route is die ze gaan bewandelen. Ik gebruik daarbij twee modellen. Dat zijn de leerfases van Maslow van ‘onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam’ en de ‘Theorie-U’ van Otto Scharmer over organisatieontwikkeling. Weef die twee in elkaar en je hebt een prachtige route die je als stel aflegt als je je relatie wilt verbeteren en vooral de emotionele verbinding wilt versterken.
Fase 1 (linkerpoot in de U): je hebt niet door dat je onbekwaam bent of dat je gedrag niet effectief is. Stellen ervaren gemis aan verbinding, maar kunnen er de vinger niet opleggen waar ze het contact met elkaar verliezen. Zo komen de meesten bij mij binnen. In de relatietherapie neem ik ze vervolgens mee om te gaan herkennen waar ze uit contact gaan en wat er dan van binnen bij ieder gebeurt.
Fase 2: je wordt je bewust dat je onbekwaam bent en dat je huidige gedrag niet effectief is in het contact met je partner. Die eerste twee fases in de relatietherapie gaan best wel snel, partners hebben snel inzicht waar ze uit verbinding gaan, ze gaan links in de U-bocht met de zwaartekracht mee naar beneden.
En dan is er een drempel, ik noem dat de angst voor het onbekende. Het oude patroon was ‘klote’, maar wel ‘vertrouwd’. Kan ik wel het risico nemen om een andere beweging in te zetten? Volgt mijn partner dan wel? Het is alsof een elastiekje je terugtrekt in dat oude gedrag, gedrag dat zo ineffectief is in de liefdesrelatie. Die extra drempel vraagt een bewuste keuze, een ‘hercontacteringsmoment’ naar elkaar als partners. Wil ik dit met je aangaan? Durf ik risico te nemen?
Niemandsland, vallen én weer opstaan
Het voelt vaak aan alsof je je oude schoenen hebt uitgedaan en je nog geen nieuwe schoenen hebt. Je stapt een ‘niemandsland’ in en gaat blootsvoets. Daar onder in de U-bocht wordt het werk gedaan, na het inzicht in de tweede fase ‘het bewust worden van je onbekwaamheid’, ga je oefenen in nieuw gedrag. En dat gaat met vallen én opstaan. Dus het gaat niet in één keer goed, je valt herhaaldelijk terug in dat oude gedrag wat je heel lang hebt ingezet. Je ziet dat terugvallen vooral bij je partner en dat is een cruciaal moment: geef ik na zo’n struikeling van mijn partner het op of heb ik net zo’n drive als kinderen die leren lopen? Die geven niet op als ze vallen, die willen gewoon opstaan om te leren lopen. Om voorbij het niemandsland te komen en nieuw en ander gedrag te leren heb je dus oefening nodig.
Dat maakt ook dat ik bij aanvang van een traject met stellen minimaal 5 sessies afspreek met ze. Omdat ik inmiddels uit ervaring weet dat ze in dat niemandsland soms zo tegen de weerstand aanlopen, er geen vertrouwen meer in hebben en dat elastiekje aan ze trekt naar dat oude ‘klote’, maar vertrouwde patroon. Het is tegen de zwaartekracht in door de U-bocht heen naar boven naar de rechterpoot van de U te bewegen. Met allerlei oefeningen help ik hen zich te leren uit te spreken naar elkaar, te leren luisteren, begrip te hebben, de leuke dingen weer met elkaar te doen en bovenal de intimiteit nieuw leven in te blazen.
Bewust bekwaam
En dan zijn ze door de onderkant van de U-bocht. Fase 3: ze passen het nieuwe aangeleerde gedrag bewust én met succes toe. En op dat punt beland maak ik een kanttekening. Het is maar de vraag of je in de liefdesrelatie in fase 4 met elkaar terecht wilt komen, die van ‘onbewust bekwaam’. Het risico van het automatiseren van je gedrag is dat je je partner misschien weer als vanzelfsprekend gaat beschouwen. Ik vraag de stellen altijd om met helder bewustzijn in de relatie aanwezig te zijn én te blijven. Om telkens voor elkaar te kiezen. Als ze in Fase 3-4 belanden vraag ik ze dat weer naar elkaar te verwoorden. Hoe ze de U-bocht genomen hebben en wat ze aan elkaar nu weer zo waarderen.
Jaarlijkse APK
En dan laat ik ze los, waarbij stellen tegenwoordig jaarlijks voor een APK terug komen. Om bewust bekwaam te blijven en te blijven oefenen. Niets geeft mij meer voldoening als partners elkaar weer weten te vinden en zich weer veilig en vertrouwd voelen bij elkaar.
Meer over relatietherapie bij Het Familiehuis.
Hartelijke groet,