Wat is eigenlijk trauma? Het is zo’n zwaar woord. We verbinden het vaak aan een heftige gebeurtenis. Maar er zijn meerdere soorten trauma’s. Die heftige gebeurtenis zoals een ongeluk, natuurramp of oorlog is de bekendste. Ontwikkelingstrauma is trauma wat je in je kindertijd oploopt door verwaarlozing, fysieke of geestelijke mishandeling of seksueel misbruik. En we onderscheiden ook ‘doorgegeven trauma’ dat je van je (voor)ouders krijgt: oorlogservaringen van je opa, altijd een stille verdoofde man gebleven, je vader is ook depressief, en jij hebt ook depressieve klachten.
‘Trauma hoort bij het leven, 70% van de mensen raakt ergens in hun leven getraumatiseerd (variërend van licht tot zwaar). Van die 70% ontwikkelt er 40% traumasymptomen. Dat betekent dat het leven van 1 op de 4 mensen in meerdere of mindere mate beïnvloed is door trauma.’
In mijn praktijk Het Familiehuis zie ik met enige regelmaat dat één of beide partners trauma’s met zich meedragen. En die trauma’s komen dan vaak op de een of andere manier tot uiting in de relatie. Ze lopen vast. Trauma betekent letterlijk ‘verwonding’ of ‘beschadiging’. In de meeste relaties komt wel een of andere vorm van ‘ontwikkelingstrauma’ bij een partner voor. Met name verwaarlozing en geestelijke mishandeling zijn heel lastig te herkennen, maar de gevolgen spelen door in het volwassen leven en met name in de liefdesrelatie. Welke symptomen kunnen mensen laten zien als ze een van die trauma’s hebben opgelopen in het leven?
Traumasymptomen*
- gebrek aan concentratie, slecht info kunnen opnemen
- hyperactiviteit, onrust
- verlies van identiteit
- depressie, gepieker, hopeloosheid
- paniekaanvallen, fobieën
- verdoofd gevoel, verminderde belangstelling
- slapeloosheid, nachtmerries
- schaamte, zelfhaat, schuldgevoel
- chronische lichamelijke klachten
- verzet, vermijding, ontkenning
- hyperwaakzaamheid, sterke schrikreactie, achterdocht, wantrouwen
- gedragsstoornissen, opstandigheid, over-verdedigend zijn
- sociale angst
- verslavingen: werk, drank, drugs, gamen, roken, seks, kopen
- eetstoornissen
- apathie, gevoelloosheid, leegte
- perfectionisme, innerlijke kritiek, faalangst
- bindings- en verlatingsangst
- suïcidale neigingen
- verlies van toekomstperspectief
- zelfbeschadiging
- zelfsabotage
Een hele waslijst als je het zo bekijkt. Wat maakt dat we die traumasymptomen nog jaren later laten zien? Als je ontwikkelingstrauma’s eens nader bekijkt dan kan je stellen dat dat ‘meervoudige voortdurende gebeurtenissen waren in je kindertijd waaruit geen ontsnappen mogelijk was. Als kind heb je in zo’n situatie het idee dat het bij volwassenen niet veilig is en het effect is dat dat je het gevoel hebt dat je er alleen voor staat. Je krijgt de overtuiging dat het jouw schuld is dat je ongewenst bent, dat je niet deugt, niemand van je houdt of dat je die lastpak van het gezin bent. Die negatieve overtuiging over jezelf, dat onrealistische verhaal over jezelf zet je als kind het liefst weg in je hoofd. Het ‘getraumatiseerde deel’ wordt verbannen en je splitst je in een deel dat door gaat, niks laat merken, er niet meer aan denkt en er ’t beste van maakt.’
Als trauma niet verwerkt wordt, komt het vroeg of laat in de liefdesrelatie terecht. Vaak op die momenten dat je in je volwassen leven op de een of andere manier onder druk komt te staan. Een voorbeeld uit mijn praktijk.
Stress in het volwassen leven
Joost en Gerda kwamen er samen niet meer uit. Ze hadden veel te verstouwen gehad de afgelopen twee jaar. In de Coronatijd was Joost zijn evenementenbureau failliet gegaan. Hij is nu dan wel in het garagebedrijf van zijn neef aan de slag, maar zijn hart ligt er niet. Ook met hun zoon Max van 15 liep het niet lekker. Hij sloot zich in zichzelf op, heeft nauwelijks vrienden en zit dagen achter zijn laptop te gamen. En voor de zoomsessies van school was hij niet zijn bed uit te krijgen. Daarbovenop kwam ook nog dat de moeder van Gerda vorig jaar plotseling op 77 jarige leeftijd overleed. Dat was een eenzame tijd. Gerda heeft zich toen vooral gericht op haar eigen werk als persvoorlichter in een groot ziekenhuis. Die zekerheid van haar baan was er gelukkig wel, maar door de Corona was ook daar de druk hoog. Alles bij elkaar kwamen Joost en Gerda in een vicieuze cirkel terecht en leefden ze in huis langs elkaar heen. Hadden wel het besef het anders te willen, maar wisten niet meer hoe. Dat was het moment dat ze bij Het Familiehuis aanklopten.
Ontwikkelingstrauma’s
Joost komt uit een gezin met 7 kinderen waar alles draaide om de slagerij. Zijn ouders zijn ooit begonnen met één slagerij en later hebben ze vijf winkels door de hele stad gerund. Joost als middelste wist niet beter dat zijn ouders er nooit waren. Er was een hulp in huis van 12.00 – 18.00 uur die voor hen kookte tussen de middag en die er na schooltijd was. Rond 18.30 kwamen zijn ouders thuis, warmden het eten op en doken de administratie in of verloren zich achter de buis. Zijn oudste zus zorgde dat ze in bed kwamen. Joost heeft al heel vroeg geleerd om zichzelf te redden, niets te vragen en geen warmte te krijgen van zijn ouders. ‘Het voelde leeg van binnen’, vertelt hij op een gelaten toon.
Gerda groeide op als oudste dochter met een vader die altijd werkte en een moeder die depressief was. Voordat ze vroeger thuis kwam uit school, keek ze of de gordijnen van de huiskamer dicht waren. Dan wist ze waar ze haar moeder kon aantreffen, namelijk op de bank met een deken erover. Dan liep ze met haar broertje en zusjes op haar tenen de keuken in, zette thee om mama vooral niet te storen. Mama werd ook regelmatig opgenomen en dan werden de vijf kinderen onder de familie verdeeld. Ze is hele delen van haar kindertijd kwijt, zoveel wisselingen waren er. ‘Ik heb vooral heel goed voor mijn zusjes en broertje gezorgd, dat zij niks te kort kwamen. En ook mijn vader proberen te pleasen. Er was eigenlijk niemand die in de gaten had hoe ik me voelde. Ik voelde me schuldig dat ik het niet kon oplossen.’
Oude traumasymptomen spelen op
Nu Joost in zijn volwassen leven zijn overlevingsreactie van hard werken, zijn eigen evenementenbureau runnen, niet meer kon inzetten, viel hij terug in het oude gevoel van die leegte, van het gemis aan warmte. Maar zoals dat kind van toen heeft hij niet geleerd om daar iets over te melden. Hij viel stil naar binnen en was niet in staat om uit te reiken naar zijn vrouw Gerda om steun te vragen.
Maar ook zij kwam door haar zorgen om Max en het overlijden van haar moeder onder druk te staan. Waar ze anders nog kon inspelen op wat Joost nodig had, moest ze alle zeilen bijzetten om zelf overeind te blijven. Zij had het gevoel dat ze er alleen voor stond, zeker als het over Max ging. ‘Ik had niet één, maar twee ‘zombies’ in huis’, verzucht ze. ‘Het contrast kon niet groter zijn met mijn werk als persvoorlichter voor de camera’s.’
Ook Gerda heeft lang haar oude overlevingsreactie ingezet in haar volwassen leven: zorgen voor Joost, zorgen voor Max (lees haar broertjes/zusje), alle energie zetten in zo goed mogelijk haar werk te doen als persvoorlichter (thee zetten, mama ontzien, papa pleasen). Maar dat werkte niet meer toen alles tegelijkertijd onder druk kwam te staan. Ze moest opeens alle zeilen bijzetten voor zichzelf. Iets wat ze niet eerder zo gevoeld had. En als ze dan ervaart dat haar partner ook ‘een zombie’ wordt, is de vergelijk met een depressieve moeder op de bank snel gemaakt. ‘Het is echt op en het gekke is dat ik me daar dan schuldig over voel, dat ik Joost én Max niet kan bereiken.’
Aan de bak
Ze zijn met elkaar aan de slag gegaan de afgelopen weken. Door zich te leren uitspreken over de behoefte aan nabijheid, aan steun, aan warmte. Beiden leerden kijken naar de eigen geschiedenis, snapte beter hun heftige ’terugtrek’-reactie, dat ze het eigenlijk van binnen al hadden opgegeven. Dat was als kind de beste optie: je stil houden en je niet laten zien, want je kon er toch niks tegenin brengen hoe het thuis ging. Nu in het volwassen leven met elkaar hebben ze een keuze, zijn ze gelijkwaardig, kunnen ze zich wel uitspreken over hun behoefte, wat ieder nodig heeft, fijn zou vinden. Dat is doodeng, want vaak zegt alles in je dat dat toch wel niet zal gebeuren.
Joost en Gerda zijn nu een tijdje onderweg en er komen steeds meer momenten dat ze elkaar weer vinden. Dat gaat niet vanzelf. Ze hebben er hun volle bewustzijn bij nodig, om niet iedere keer terug te vallen in de pijn van het kleine jongetje of meisje van toen, en de stekker eruit te trekken. Maar zoals Gerda het in de sessie van de week zei ‘ik heb nu nog maar één ‘zombie’, maar dat is een echte puber, én ik loop niet meer op mijn tenen om Joost heen. Ik laat het weten als ik een arm om me heen nodig heb, en dan is Joost er wél.’ Joop beaamde dat met tranen in zijn ogen met een: ‘en zo is het maar net, ik ben er voor je, en snap ook beter dat je me zo gemist hebt bij het overlijden van je moeder.’ Nou toen vloeiden de tranen bij Gerda rijkelijk.
Wil jij ook je ‘ontwikkelingstrauma’s’ herkennen en erkennen, zodat je voorbij die oude overlevingsreactie van het kind in jou je partner weer écht kan ontmoeten én jezelf kan laten zien in je relatie?
Dat je er voor elkaar bent als het nodig is?
Je bent van harte welkom. Stuur een mail naar [email protected]
Hartelijk groet,

Ambassadeur Liefdevolle Relatie
Het Familiehuis
P.S. Citaten en de lijst Traumasymptomen* in deze blog zijn afkomstig uit het prachtige geïllustreerde boek ‘Hoe overleven we?’ van Francine Oomen, bekend van de jeugdboekenreeks ‘hoe overleef ik’. De namen van het koppel zijn gefingeerd.
P.P.S. Sculptuur Bruce Gueswel.